zondag 2 september 2012

Etappe 37 - Santiago!

Omdat we vandaag geen plekje in de albergue moeten halen, slapen we lekker uit. Zoals voorspeld regent het een beetje. Voor de tweede keer (de eerste keer was etappe 2) mogen we onze regenpakken tevoorschijn halen. Twee Italiaanse vrouwen wijzen ons een makkelijkere weg, waardoor we niet een stuk terug hoeven en ons een stukje verderop weer bij de camino kunnen voegen. We passeren twee pelgrims die liggen te slapen in een voorportaal. Die waren vast te laat gisteren. Later horen we dat één van de twee een Engelse vriend van ons is, waar we een paar dagen eerder mee hebben gegeten.

De vreselijke etappe, waar onze reisgids van spreekt, blijkt alles mee te vallen. Een groot gedeelte gaat door eucalyptusbossen en over afgeschermde paadjes. De regen wordt alsmaar erger, maar het idee dat vandaag de laatste dag is geeft ons kracht. De laatste klim, naar Monte do Gozo (Berg van de Vreugde) is dan ook niet zwaar en de moed zit er goed in. Vroeger stopten veel pelgrims hier, om de volgende ochtend op tijd bij de pelgrimsmis te kunnen zijn. Tegenwoordig gebeurt dat ook nog, en dan wel in een soort bungalowpark voor pelgrims, compleet met minimarket, discotheek en self-service diner. We zijn blij dat we er alleen maar koffie hoeven te drinken. We passeren een enorm, uitzonderlijk lelijk monument voor de pelgrimstocht van paus Johannes Paulus II, waar de bustour-pelgrims uitstappen om de laatste vijf kilometer af te leggen. Als we langs het bordje 'Cathedral: 4,5km' lopen, gaat het echt snel. We komen de Nederlandse Marian binnen en lopen samen verder.

Voor we het weten zijn we in de stad! We schieten snel een fotootje met het toegangsbord. Daarna moeten we nog zo'n drie kilometer door de buitenwijken. De regenjassen beginnen inmiddels door te lekken, en Marian merkt op dat het vast St. Jacobs poging is om ons nog even te reinigen voordat we zijn kathedraal binnengaan. En plotseling staan we dan voor de kathedraal. Ondanks de regen is het druk op het plein. Maar ons wacht een weinig glorieus ontvangst. De inwoners van Santiago zien elke dag honderden pelgrims hun reis beïndigen. Niets speciaals. Is dit het nou?

Het echte besef dat we onze pelgrimstocht beïndigd hebben komt pas als de volgende dag ook Neil en Mary de stad binnen komen lopen. Het is dan stralend weer en het voelt goed om ze te verwelkomen in Santiago. In de zes weken dat we ze nu kennen zijn we geweldige vrienden geworden. Ze zijn onderdeel van onze tocht en ook zij hebben het nu gehaald. We hebben het volbracht!

Santiago de Compostela heeft een mooie oude binnenstad, maar buiten het bezoeken van de kathedraal is er weinig te bekijken. We slijten onze tijd dan ook vooral met struinen door de straten en op het plein naar de binnenlopende pelgrims te kijken. 'S avonds spreken we af met Neil, Mary en Britta voor een vegetarisch diner. We ontmoeten de Italiaanse pelgrims Stefano en Marco, die zich bij ons aansluiten. Het is fantastisch om allerlei herinneringen op te halen en ervaringen te delen. Als Neil en Mary na het eten naar hun hotel gaan nemen we afscheid van ze. Gisteren hebben we al afscheid moeten nemen van de Nederlandse Viviënne, de Amerikaanse Katie, twee Duitse vrienden, twee Duitse vriendinnen en de slapende Engelsman. Het voelt gek, omdat we ze waarschijnlijk nooit meer zien. Neil besluit maar met 'buen vida'. Wij zeggen tegen iedereen dat ze ons maar moeten bellen als ze ooit nog eens in Nederland zijn.


Nu, een week later, hebben we alweer een beetje heimwee naar Spanje en het onbezorgde camino-leven. Het schijnt te bestaan, een post-camino depressie. Misschien is dat wel waarom zoveel mensen terugkeren naar de pelgrimsweg. Of wij dat ooit nog eens doen of niet, deze tocht zal ons in ieder geval altijd bijblijven. En als er iets is dat de camino ons heeft geleerd, is het dat niets onmogelijk is. Wie weet zien we de weg ooit nog eens terug.


-
Het was ontzettend fijn te weten hoeveel mensen ons tijdens deze tocht via dit blog hebben gevolgd. Vrienden, maar ook vrienden van vrienden, en mensen die per toeval hier terecht kwamen. Bedankt daarvoor! 
Dit blog blijft online zodat het toekomstige pelgrims misschien nog op weg kan helpen. 

donderdag 23 augustus 2012

Etappe 36

We zijn nu in O Pedrouzo. De laatste stop die we maken voordat we in Santiago zijn. De etappe van vandaag was goed te doen. 21 kilometer zonder al te veel stijgen en dalen. De dorpjes, vaak niet meer dan drie huizen en een kerk, zijn niet meer zo goed van elkaar te onderscheiden. Gelukkig komen we mensen tegen die in zijn voor een praatje. Een Portugese jongen is handtekeningen aan het verzamelen van iedereen die hij tegenkomt. Hij zingt zijn volkslied voor ons en vraagt ons het Nederlandse volkslied ten gehore te brengen. Hij heeft daarna vast spijt als wij knalvals het Wilhelmus inzetten.
Daarna lopen we een klein stukje met twee Duitse docenten. We eten een broodje met ze en vervolgen daarna met zijn tweetjes onze tocht.

In een van de stadjes wenst een computerstem ons een Buen Camino. Een reclamestunt van een albergue in de buurt. We kunnen een ander stel medepelgrims alleen maar lachend aankijken. Kitch.

Als we in O Pedrouzo zijn staat er al een enorme rij voor de gemeentelijke albergue. We besluiten door te lopen. De volgende albergue is nog zo goed als leeg maar al helemaal volgeboekt. We winden ons er een beetje over op en er zit niets anders op om door te lopen. Eeen goede keuze, de albergue waar we nu zijn is prachtig, schoon, ruime bedden en vol pelgrimsspirit. Ze doen niet aan reserveringen en verdelen de bedden op volgorde van binnenkomst. In hun douche wil je wonen, de beste douche van de hele camino.

In het dorpje, eigenlijk meer een lange autoweg, komen we een van de Nederlandse meisjes weer tegen. Na het eten lopen we ook de Amerikaanse Katie weer tegen het lijf. We spreken af om wat te drinken met haar en Neil en Mary als we allemaal in Santiago zijn. Een mooie afsluiting, zo denken wij!

Etappe 35

De laatste lange etappe van onze camino staat ons bij het opstaan te wachten. 27 kilometer naar Ribadiba de Baixo. Bij onze eerste stop ontmoeten we twee Nederlandse caminovrienden en we praten een tijdje. Bij het weggaan komen we Britta tegen, een Duits meisje die we al eerder ontmoet hadden in Navarette. We lopen een stuk samen op en zijn binnen no time in Melide. Daar drinken we wat. Wij gaan daarna boodschappen doen en Britta loopt door.

Wij vervolgen even later ook onze weg door een heuvelachtig landschap. Als we een Duitse bar zien waar onze Nederlandse vrienden zitten besluiten we daar te pauzeren. Even later komt ook Britta ons nog even gezelschap houden.

We lopen daarna door naar onze stopplaats. De afdaling naar het dorp is heel steil en we zijn blij dat onze albergue aan het begin van het dorp staat.

De albergue is prachtig: kleine bungalows met bedden en een heel fijn riviertje waar we een voetbad nemen.
Er is een keuken, maar geen pannen. Gelukkig mogen we voor een euro gebruik maken van de keuken van de concurrerende albergue. Eindelijk weer camino-spirit.

Noor wordt ruw opgeschrikt uit haar slaap als er een aantal mensen besluiten om twee uur 's nachts te vertrekken. Nergens voor nodig en vervelend. Wij zijn blij dat wij niet zo gehaast zijn.

Etappe 34

We moeten vandaag 25 kilometer lopen van Portarín naar Palas de Rei. Het weer is drukkend, wat het wandelen wat zwaarder maakt. Gelukkig slagen we erin ons minder te ergeren aan de Sarria-pelgrims. Ze zij ook inderdaad wat gekalmeerd en lopen wat rustiger. Op sommige stukken komen we zelfs bijna niemand tegen. De camino gaat nog steeds door bossen met af en toe een klim of een steile afdaling.

Bij aankomst in Palas de Rei staat er een enorme rij voor de herberg van de Xunta (regering) van Galicië, waar we ons bij aansluiten. We raken aan de praat met twee Tsjechen, die ons goede clubs in Praag aanraden. We worden als de opengaat opgeschrikt door gehuil. Een vijftienjarig Koreaans meisje ontdekt dat haar moeder al 30 kilometer is doorgelopen. Het meisje kan niet meer en stort in. We zien haar later toch vertrekken en we hebben medelijden met haar. Welke moeder doet nu zoiets?

We eten wat in een bar in het dorp en gaan vroeg naar bed. Het is nog lang lawaaiig in de albergue. We missen de pelgrims-spirit toch wel een beetje.

maandag 20 augustus 2012

Etappe 33

Toen we gisteren zaten te eten probeerden we aan de voorbijlopende pelgrims te zien hoe lang ze al aan het lopen waren. Pelgrims die langer onderweg zijn hebben witte voeten en bruine benen. Toch konden we niet goed inschatten wie de nieuwelingen waren.

Dat was vandaag wel anders. Bij de eerste gele pijl stond een rij van pelgrims die hiermee op de foto moest, een paar kilometer later werden de eerste reserveringen (bah!) voor de albergue 20 kilometer verderop telefonisch gemaakt en in het eerste dorpje stempelde men in elke bar (drie) het credencial. Ondanks ons voornemen ons niet druk te maken werkte dit toch een beetje op onze (en vooral Noor's ;-) ) zenuwen.
Er komt, hoezeer je het ook probeert tegen te houden, een soort arrogantie in je naar boven en je gaat onderscheid maken tussen de 'echte' pelgrims en de 'toeristen'. We spreken elkaar steeds streng toe om dit een beetje proberen tegen te gaan. Desalniettemin kan Noor het niet laten om bij het stempelen trots de credencials helemaal uit te spreiden. (Een 'toerist' maakt een verbaasde opmerking. Yes!)

Hoogtepunt van de dag is het paaltje waarop staat dat het nog honderd kilometer naar Santiago is. Dit is toch iets waar wij nu vijf weken naar toe gewerkt hebben, maar ook de 'toeristen' fotograferen trots de mijlpaal van elf afgelegde kilometers. Maargoed, iets met pelgrims-spirit.

Als we Portomarín inlopen blijken de meeste albergues al vol te zijn. Of in ieder geval, volgereserveerd. En dat terwijl er acht zijn. Gelukkig vinden we nog een plaatsje in een albergue onder een café. Niet je-van-het, maar een bed is een bed. Er is een gemeentelijk zwembad waar we voor een eurotje kunnen afkoelen. We komen twee andere Nederlandse peregrina's tegen, die toegeven zich ook te hebben geërgerd. Een pak van Noor's hart.

Morgen zal het allemaal wel een stuk minder zijn, dan zijn we wat meer aan de drukte gewend en zijn zij misschien niet meer zo luidruchtig en nemen ze de omgeving en de stilte wat meer in zich op (gadver, wat klef). Want we menen het wel als we ze een 'buen camino' wensen. En als het niet went, dan is het nog maar vijf dagen lopen. Zaterdag zijn we in Santiago!

zondag 19 augustus 2012

Etappe 32

Als we 's ochtends uit Triacastela vertrekken is het nog donker. Er zijn twee routes naar Sarria, en wij besluiten de kortste, maar meest heuvelachtige route te nemen, via San Xil.

Na een paar kilometer beginnen we toch te twijfelen. De route komt niet overeen met onze kaart. We komen uit in een klein dorp en daar blijkt dat we de 'verkeerde' route hebben genomen. We gaan verder en komen na een prachtige route door een mysterieus bos in Samos, waar we een broodje eten en koffie drinken. Verderop staat een man te klungelen met zijn paard. Hij probeert hem de trailer in te dwingen met touwen, maar het paard is in de stress geschoten. Na drie kwartier biedt Noor maar aan te helpen en het lukt om zonder ingewikkelde touwen en zonder duwen en trekken het paardje braaf de trailer in te krijgen. (Gisteren was Noor al een beetje boos over de onnozele manier waarmee deze mannen met hun paarden omgingen; vandaag moest dit paard naar huis omdat het gevallen was en wonden op knieën en neus had. Sneu.)

Na de lunch vervolgt de camino haar weg eerst langs de autoweg en later voor de voetgangers door de corredeiros: bospaadjes die zo omgroeid zijn dat het bijna tunnels zijn. We passeren een aantal verlaten nederzettingen en komen na een tijdje tot de conclusie dat we wéér op een andere weg zitten dan geplanned. De dorpjes die überhaupt een naam hebben zijn niet te vinden op onze kaarten. Het is heel vervelend lopen op een weg die je niet 'kent', omdat je je niet kunt richten op een bepaald doel. We hopen dat achter elke heuvel of bos een dorpje met een colaatje is, maar het blijkt telkens niet zo te zijn. Op een gegeven moment zijn we volledig het spoor bijster. Het enige dat we kunnen doen is de gele pijlen volgen. Als we na een paar uur maar langs de kant van de weg gaan zitten, blijkt er een café honderd meter verderop te zijn. Daar komen we weer op de echte camino en is de tocht naar Sarria makkelijk.

Sarria ligt op 111 kilometer lopen van Santiago. Om de Compostela (certificaat voor het lopen van de camino; kan in Spanje op het cv worden gezet en verzoekt st. Jacob om het vergeven van de zonden) te behalen, moet men minstens 100 kilometer hebben gelopen. Hier vertrekken dus veel Spanjaarden. Vanaf nu wordt de camino een soort drukke avondvierdaagse (compleet met busreizen). We zijn benieuwd.

Etappe 31

Als we 's morgens om 6 uur opstaan merken we dat de helft van de slaapzaal heeft besloten om een uur eerder weg te gaan. Wij doen het rustig aan en ontbijten eerst in het dorpje.

Het eerste deel van de etappe gaat over de weg. Daarna moeten we een stuk klimmen naar de alto de San Roque. Daar staat een groot beeld van Sint Jacob. Na nog een korte maar steile klim kunnen we lunchen op de alto do Poio.

De route daarna gaat langzaam naar beneden maar wordt nergens heel steil. We drinken een cola in Viduedo en dalen dan af naar het gehucht Filloval. Daar komen we erachter dat Noor's portemonnee nog boven ligt. Matthijs gaat de 3 kilometer zonder bepakking weer omhoog om de portemonnee te halen. Gelukkig heeft iemand hem gevonden en bij de bar afgegeven. Helaas heeft de 'eerlijke vinder' zichzelf ook een vindersloon toegeëigend. Gelukkig zitten alle pasjes er nog wel in.

Als we aankomen in Triacastela kunnen we terecht in een leuke albergue die zo goed als leeg is. We snappen niet waarom iedereen zo vroeg op is gestaan als er nog gewoon plek is.

Als er twee Duitse meisjes binnen komen strompelen blijkt dat Matthijs niet de enige is die extra kilometers hebben gemaakt. Zij zijn fout gelopen en hebben 40 kilometer onder hun voeten. 's avonds eten we met hen en een aardige Brit. Ook boeken we een vlucht terug. We zijn er immers al bijna!